Overhead:
Op dit taakveld worden tal van bedrijfsvoeringsuitgaven verantwoord, zoals griffie, ICT, huisvesting, P&O, financiën, management, enz. Qua omvang bedraagt dit taakveld begroot € 9.673.000. De onderschrijding op dit taakveld bedraagt € 303.000. Een nadere uitwerking van dit positieve verschil volgt hierna.
Huisvesting:
De onderhoudslasten aan het Stadhuis en de gemeentewinkel bedragen € 120.000 lager dan geraamd. Voor € 95.000 heeft dit betrekking op het vervangen van CV installaties, Airco's en dergelijke. Doordat dekking plaatsvindt vanuit reserve is de onttrekking uit de reserve ook € 95.000 lager.
Daarnaast is een voordeel behaald op de energielasten, dit voor in totaal € 10.000. Tot slot is een voordeel behaald op de kosten mobiele telefonie incl. internet van € 15.000.
ICT:
Op dit onderdeel is een voordeel behaald van ruim € 180.000. Echter € 150.000 daarvan heeft betrekking op werkzaamheden die in 2020 nog zullen plaatsvinden. Dat bedrag zal dus worden geclaimd. De werkzaamheden hebben betrekking op de outsourcing van de gehele ICT infrastructuur. Daarnaast is er een voordeel behaald van ruim € 25.000 op het onderdeel aanschaf/vervanging hardware. Met het oog op de outsourcing zijn hier meer middelen aan besteed.
Tegenover deze voordelen staat aan de kant van de baten een nadeel van € 84.000. Dit nadeel is voor het g
Treasury:
Onder dit taakveld worden met name de resultaten met betrekking tot rente verantwoord. Per saldo is er een voordeel gerealiseerd van € 186.000. Dit voordeel komt tot stand door vertraging in investeringsuitgaven, effectief treasurybeleid en nog steeds gunstige marktomstandigheden. Het te verklaren verschil tussen begroting en rekening bedraagt € 269.000. Van dit bedrag is € 160.000 te verklaren door investeringen in het huidige jaar. Bij kredietaanvraag voor investeringen worden immers de rentelasten geraamd. Echter, deze komen pas tot uitdrukking in het volgende jaar. Rente wordt berekend over de boekwaarde per 1 januari. Dit betreft overigens een administratief verschil welk in de diverse programma's (o.a. Verkeer, vervoer en openbare ruimte, milieu, etc.) verdisconteerd zit.
Ook bleek uit de actualisatie van de berekening van de rentelasten een percentage van € 1,19%, begroot was 1,35%. Op de programma's is conform begroting 1,35% doorbelast. Het verschil komt tot uitdrukking op dit taakveld.
Daarnaast bleken de rentebaten lager dan geraamd.
OZB woningen:
Op dit taakveld zijn geen noemenswaardige verschillen te vermelden.
OZB niet-woningen:
Op dit taakveld zijn geen noemenswaardige verschillen te vermelden.
Belasting overig:
Deze geeft voor een € 104.900 overschrijding aan vanwege storting aan dubieuze debiteuren in 2019. Deze debiteuren hebben onder andere betrekking op debiteuren bij Sabewa en debiteuren ten aanzien van naheffingsaanslagen parkeerbelasting.
Algemene uitkering en overige uitkeringen gemeentefonds:
De belangrijkste oorzaken van de verschillen tussen de geraamde uitkering en de werkelijk ontvangen middelen zijn veroorzaakt door bijstellingen in de decembercirculaire 2019 en het uitblijven van de compensatie voor oude jaren t.a.v. de Integratie-uitkering Jeugd.
In de decembercirculaire 2019 werden nog middelen toegevoegd aan het gemeentefonds t.b.v. de uitwerking van het klimaatakkoord en GIDS gelden (Klimaatmiddelen Transitievisie warmte, Klimaatmiddelen wijkaanpak en Klimaatmiddelen energieloketten). Hierdoor werd de uitkering € 249.000,- hoger dan was geraamd. Daarnaast werd de uitkering door bijstelling van de uitkeringsbasis nog een bijna € 83.000,- hoger dan geraamd. De krimpgelden die van de gemeente Terneuzen worden doorbetaald waren € 3.000,- hoger dan geraamd.
Daarnaast zijn er verrekeningen ontvangen van de UGF van voorgaande jaren tot een totaalbedrag van bijna € 57.000,- positief. Dit is € 249.000,- lager dan geraamd, omdat er rekening mee gehouden was dat de compensatie regeling Voogdij/18+ over oude jaren nog in 2019 zou worden uitgekeerd. Deze middelen zullen echter pas in 2020 worden ontvangen.
Per saldo zijn de ontvangen middelen uit het gemeentefonds bijna € 86.000 hoger dan in de begroting 2019 was geraamd na alle wijzigingen
Overige baten en lasten:
Op dit taakveld zijn geen noemenswaardige verschillen te vermelden.
Vennootschapsbelasting (VPB):
Sinds 2019 heeft de Belastingdienst het standpunt ingenomen dat de opbrengsten van "verkoop van reststromen" (afval) gezien moeten worden als belastbare opbrengsten. Dit vanaf 2017. Als gevolg daarvan is een VPB last in de exploitatie verantwoord over de jaren 2017, 2018 én 2019. Het hierbij om een jaarlijks bedrag aan vennootschapsbelasting van circa € 350.
Economische promotie:
Op dit taakveld zijn geen noemenswaardige verschillen te vermelden.